De rechtstreekse vordering: u staat niet machteloos als onderaannemer.

Het komt wel eens voor dat hoofdaannemers in gebreke blijven om de facturen van hun onderaannemers tijdig te betalen.

Als onderaannemer staat u daar echter niet zomaar machteloos tegenover. U kan namelijk op grond van artikel 1798 oud BW een rechtstreekse vordering instellen tegen de bouwheer en zo over de hoofdaannemer heen springen.

Wat houdt een rechtstreekse vordering precies in?

De rechtstreekse vordering is een recht van de onderaannemer om de bouwheer rechtstreeks aan te spreken wanneer hij niet betaald wordt door zijn hoofdaannemer.

Het gevolg van het instellen van de rechtstreekse vordering is dat de bouwheer de bedragen die hij nog dient te betalen aan de hoofdaannemer, enkel nog bevrijdend kan betalen aan de onderaannemer. De bouwheer zal dus nooit meer dienen te betalen dan het bedrag dat hij zelf nog verschuldigd is aan de hoofdaannemer.

Indien de bouwheer na het instellen van de rechtstreekse vordering toch nog aan de hoofdaannemer zou betalen, dan riskeert hij wél tweemaal te moeten betalen.

Wat zijn de voorwaarden om een rechtstreekse vordering te kunnen instellen?

Om een rechtstreekse vordering te kunnen instellen tegen de bouwheer, moet de onderaannemer uiteraard een zekere en opeisbare schuldvordering hebben op de hoofdaannemer.

Verder moet er ook een geldige overeenkomst bestaan tussen de bouwheer en de hoofdaannemer.

Tot slot moet de schuld die de bouwheer heeft ten aanzien van de hoofdaannemer betrekking hebben op dezelfde werf/werken.

Hoe stel je nu precies zijn rechtstreekse vordering in?

Het instellen van een rechtstreekse vordering is eigenlijk heel eenvoudig, aangezien er geen vormvereisten aan verbonden zijn. Dit kan via aangetekende brief, maar even goed via mail ingesteld worden.

Wat met de rechtstreekse vordering bij faillissement of gerechtelijke reorganisatie van de hoofdaannemer?

Als de onderaannemer de rechtstreekse vordering ingesteld heeft vóór het faillissement van de hoofdaannemer, dan ontsnapt deze vordering aan de samenloop tussen de schuldeisers. Ook na faillissement zal u zich in dat geval dus tot de bouwheer kunnen richten.

Wanneer de hoofdaannemer toegelaten wordt tot een procedure van gerechtelijke reorganisatie, is het zelfs nog mogelijk om na deze toelating een rechtstreekse vordering in te stellen tegen de bouwheer.

Werd u als bouwheer of hoofdaannemer geconfronteerd met een rechtstreekse vordering, of wil u er als onderaannemer zelf één instellen? Contacteer Akurad Advocaten, en wij doen voor u het nodige.

Andere interessante artikelen